Knagende dilemma’s voor een politieke bonhomme

Nieuwsanalyse de Volkskrant (7 juni 2010)

Zonder twijfel is de VPN de plezierigste verrassing van deze verkiezing. Het opgewekte charisma van zijn oprichter en politieke leider, Jan Leusingh, geassisteerd door de doortastende en weinig dogmatische Marise Collee, fleurde de politieke debatten op. Hoewel Leusingh naar verluid teleurgesteld is over de 6 zetels waarmee hij nu van start kan gaan, kan geen van de zittende politieke leiders rustig achterover leunen. Leusingh doet een doordachte aanval op het politieke establishment en op het politieke midden en lijkt daarmee jongeren en kiezers van links tot rechts aan te spreken. Als hij zijn opmars weet door te zetten en zijn gedachtengoed weet te verstevigen, kan de VPN het politieke landschap opschudden. Nu Leusingh gedachten en ideeën van de PvdA tot en met de VVD weet te combineren, en deze tegelijkertijd van een nieuw en radicaler elan voorziet, moeten de ‘oude partijen’ ook onvermijdelijk opnieuw over hun bestaansrecht nadenken. Zijn ‘vrijzinnig manifest’ en ‘tien strijdpunten’ ademen de wilde frisheid van limoenen. Tegelijkertijd zal hij wel degelijk de komende jaren moeten bewijzen of de VPN de zoveelste toevoeging is aan onze al zo rijke partijendemocratie, of dat dit ook zal leiden tot nieuwe samenwerkingsverbanden en uiteindelijk de herschikking van het partijbestel zoals hij dat wil.

Dat de VPN zo succesvol van start gaat, is vooral de verdienste van Leusingh zelf. Deze succesvolle ondernemer en begenadigd columnist weet zich tot nu toe verre te houden van de kleinzielige partijpolitieke zaken die Den Haag vaak zo’n slechte naam geven. Met moed en gezag durft hij grote en impopulaire kwesties aan te snijden die vooral de gematigde politici van de middenpartijen als kiespijn mijden (religieuze intolerantie, populistische platheid, het faillissement van ons economisch model en het ineffectieve moralisme van de milieubeweging). Zijn geestige oneliners, de Bourgondische liefde voor een glas wijn en een goed gesprek maken het zijn tegenstanders ook moeilijk hem te negeren, laat staan een hekel aan hem te hebben.

Toch staat de VPN voor een aantal grote dilemma’s die bepalend zullen zijn voor de richting en de populariteit van de partij.

  • Voorhoedebeweging of volkspartij

Leusingh is zelf afkomstig uit de elite. Tegelijkertijd weet hij grote groepen mensen uit alle lagen van de bevolking te bereiken met zijn heldere analyses van de fouten van anderen en zijn schijnbaar eenvoudige oplossingen. De vraag is of dit ook zal gelden voor de parlementariërs die zijn opvattingen nu in de Kamer gaan uitdragen. Hoewel de lijst zorgvuldig is samengesteld en het verwijt van ‘randstedelijkheid’ en ‘elitarisme’ daarmee getackeld kan worden, zijn de plannen van de VPN groots. De afgelopen jaren was denktank ‘De vrijzinnigen’ kraamkamer van baanbrekende politieke initiatieven en leidinggevend in het politiek-intellectuele debat. Aan een politieke partij worden andere eisen gesteld. Abstracte plannen botsen dan op de zorgen en angsten van gewone mensen, ambitie om te veranderen zal daardoor worden vertraagd. Als de VPN werkelijk wil doorbreken, dan zal zij de komende jaren ook de woordvoerder moeten worden van ‘het volk’, en haar plannen moeten temperen. Doet zij dat niet, dan zal zij een bescheiden bijdrage kunnen leveren aan de vernieuwing van de politiek maar verdoemt zij zichzelf ook tot de marge.

  • Consensus of confrontatie?

Een volkspartij zal altijd kleine stapjes moeten zetten (zoals Den Uyl al wist). De ambities van Leusingh reiken ver. Niet alleen wil hij het politieke landschap veranderen, zijn opvattingen over een alternatieve economie, het afscheid van de verzorgingsstaat, verregaande democratisering en medezeggenschap en een cultuur van vrijheid en brutale wellevendheid, kunnen veel mensen te ver gaan. Leusingh wil een machtsfactor zijn en dat betekent compromissen sluiten. Tegelijkertijd wil hij korte metten maken met de verstikkende politiek van de achterkamertjes. Als hij invloed en macht wil, dan zal hij zich moeten voegen. Kan hij dat? En behoudt de VPN dan wel zijn unieke signatuur of wordt het een gewone partij?

  • Partijdiscipline of het vrije woord

Leusingh dankt zijn populariteit ook aan de belofte om te willen breken met de partijdiscipline die van zoveel parlementariërs jaknikkers maakt. Hij staat daarmee welbewust in de traditie van Pim Fortuyn. Tegelijkertijd heeft hij er nooit een geheim van gemaakt het narcisme en het ordinaire geschreeuw van de LPF en de PVV te verfoeien. De nieuwe parlementariërs van de VPN zijn stuk voor stuk eigenzinnige mensen en samen zijn ze een bonte mengeling van libertariërs, vrijgevochten sociaal-democraten, milieu-activisten en kunstenaars. Mogen zij hun gang gaan, dan wordt de VPN los zand. Of moeten zij zich voegen naar de lijn van Leusingh en Collee? Maar dan opnieuw is de vraag: is de VPN nieuw en uniek of een gewone partij?

  • Nationaal of internationaal

Als ondernemer en intellectueel kon Leusingh betogen dat een sterke natiestaat goed gedijt in internationale samenwerking. In het parlement is zo’n stellingname onhoudbaar. Er moeten beslissingen worden genomen over het afstaan van bevoegdheden aan Europa en over de grenzen van het migratiebeleid. Dat vergt keuzes die de VPN zullen plaatsen in het kamp van de internationalisten of dat van de nationalisten. En het zal interne twisten geven, omdat sommige nieuwe parlementariërs maar al te graag bijvoorbeeld een federaal Europa zullen zien, terwijl dat voor anderen een nachtmerriescenario is.

  • Klein of groot?

Leusingh heeft er de afgelopen jaren een zaak van gemaakt dat bevoegdheden en regie terug moesten naar de mensen zelf. Ze moesten hun lot weer in handen nemen, gemakkelijker ondernemer kunnen worden, zorg en scholen kunnen selecteren. De overheid moet op grotere afstand worden gezet en dienstbaarder zijn. Belemmerende regelgeving die het eigen initiatief van mensen fnuikt, moet ‘als dor hout worden gekapt’. Tegelijkertijd wil hij grote ingrepen doen in de economie: hij wil een flattax introduceren, vervuilers laten betalen en van het woud van sociale regelingen af. Dat vergt allemaal ingrepen van bovenaf en een sterke richtinggevende staat. Kleinschalige initiatieven en grootschalige overheidsingrepen verhouden zich slecht tot elkaar.

  • Radicale democratisering en de rechtsstaat

Met veel succes heeft Leusingh D66 ontmand. De stoffige ‘kroonjuwelen’ zijn verfrist met moderne volksinitiatieven, medezeggenschap voor studenten, scholieren en patiënten en bindende referenda. De introductie van juryrechtspraak komt rechtstreeks van Fortuyn en is een aanval op de behoudende rechterlijke macht. Tegelijkertijd manifesteert de VPN zich als een niet-repressieve partij, met een grote liefde voor mensen- en grondrechten. Uit peilingen blijkt telkenmale dat een meerderheid van de bevolking niet terugdeinst voor harde repressie, zoals een meerderheid van de jongeren zelfs voor de invoering van de doodstraf is. Hoeveel democratisering verdraagt een partij met sterke rechtstatelijke principes?

  • Wel of niet moraliseren

Leusingh heeft de milieubeweging in verlegenheid gebracht door ze doeltreffend de ‘spaarlampenmafia’ te noemen. Het moralisme van zelfbenoemde milieuridders is hinderlijk en ineffectief. De schaarste aan grondstoffen, de uitputting van de bodem en de geleidelijke verandering van ons klimaat zijn grote internationale en economische problemen, en gezeur over de maximumsnelheid en plofkippen is nog geen begin van een antwoord. Interessant aan Leusinghs positie is dat hij zich met zijn kritiek niet bij de sceptici plaatst maar de milieubeweging juist verwijt dat ze een gebrek aan urgentie toont. Een zelfde afkeer van moralisme spreidt hij ook ten toon in het ethische debat dat sinds jaar en dag door de christelijke partijen wordt gedomineerd, en in het debat over de godsdienstvrijheid.

Politiek zonder moraal bestaat echter niet. Ook de plannen van de VPN (of het nou gaat om het bevorderen van het eigen initiatief of Leusinghs voorliefde voor individualisme) zijn normatief en betekenen het moraliseren van het gedrag van burgers. De VPN ontkomt er niet aan expliciet te benoemen hoe ‘het goede leven’ er voor haar burgers uitziet. Zijn er nog christelijke feestdagen? Wordt het bijzonder onderwijs afgeschaft? Worden vervuilende auto’s zwaarder belast? En of ze het leuk vindt of niet. met al die keuzes moraliseert de VPN burgers en dicteert zij wenselijk en onwenselijk gedrag.